– 10/06/2021 – foto EUROPESE MENSENRECHTENHOF STRAATSBURG © Georges Janssens –

 logo portius

MENSENRECHTENHOF EN SPAANS HOOGGERECHTSHOF BRENGEN HAVENARBEIDERS-MONOPOLIES NIEUWE KLAP TOE

In verschillende Europese landen is de havenarbeid nog steeds monopolistisch en corporatistisch georganiseerd, op basis van een monopolie van een gesloten pool (d.i. een arbeidsreserve georganiseerd als uniek uitzendkantoor voor de hele haven), die wordt gecontroleerd door een havenvakbond. Individuele havenbedrijven hebben geen of amper zeggenschap over de werkorganisatie en externe werkzoekenden worden geweerd, of geconfronteerd met allerhande hinderpalen.

De Noorse vakbonden waren naar het Hof in Straatsburg gestapt na een uitspraak van het Noorse Hooggerechtshof. Dat had een boycot van de havenvakbond gericht tegen een havenbedrijf, met als doel de tewerkstelling van de eigen leden op te leggen, onrechtmatig verklaard. Het Noorse Hof besliste dat een dergelijke boycot, bedoeld om het monopolie van een havenarbeiderspool op te dringen, verder gaat dan normale sociale actie, andere werknemers hun job dreigt te ontnemen, en de vrijheid van vestiging van de havenondernemingen schaadt. Het Noorse Hooggerechtshof kwam tot dit oordeel na een glashelder arrest van het Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie uit 2016, dat dezelfde regels toepast als het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg, en het monopolie over de gehele lijn onrechtmatig had geacht.

De vakbonden argumenteerden in Straatsburg dat het oordeel van het Noorse Hooggerechtshof afbreuk deed aan de vrijheid van vereniging, die wordt beschermd door artikel 11 van het Europese Mensenrechtenverdrag. De vakbonden klaagden dat hun recht om sociale actie te voeren werd beknot.

Het Mensenrechtenhof wees deze argumentatie echter af en bevestigde het oordeel van het Noorse Hooggerechtshof volledig.

De praktische les is dat boycotacties om een illegaal havenarbeidersmonopolie op te dringen, zelf ook illegaal zijn. Dit is van belang voor alle landen waar de vakbonden bedrijven via sociale actie trachten te dwingen om hun leden tewerk te stellen, en om andere werknemers of dienstverleners uit de havens te weren. Het Mensenrechtenhof hield rekening met de rechtszaken over de havenarbeidersmonopolies in België en Spanje. De uitspraak is inderdaad van belang voor alle landen waar nog een havenarbeidmonopolie bestaat.

Op 31 mei 2021 velde de Spaanse Audiencia Nacional een andere belangrijke uitspraak over havenarbeidmonopolies. De Audiencia Nacional is het Spaanse Hooggerechtshof voor Straf-, Bestuurs- en Arbeidszaken. De nationale werkgeversorganisatie Asoport had de vernietiging gevraagd van een reeks clausules in de nationale cao over havenarbeid. Al in 2014 had het EU-Hof in Luxemburg het monopolie van de Spaanse havenpools strijdig met het EU-recht verklaard.

Het Spaanse Hooggerechtshof oordeelde nu dat alle clausules over de privileges van de poolbedrijven, de poolarbeiders en de vakbonden inderdaad nietig zijn. De vernietigde cao-clausules regelden het bijzonder statuut van de poolarbeiders en hun voorrang bij de tewerkstelling in de haven. Zij beperkten de vrije keuze van personeel voor de bedrijven en legden opleidingsvereisten op die verder gingen dan de wetgeving. Zij legden de tussenkomst van de vakbonden in de aanwervingen op, alsook verplichte ploegsamenstellingen, submonopolies voor de onderscheiden beroepscategorieën en de verplichte overname van poolarbeiders wanneer een bedrijf besliste om niet langer met de pool samen te werken.

Het Spaanse Hooggerechtshof stelt uitdrukkelijk aan de kaak dat sinds de uitspraak van het EU-Hof te Luxemburg van 2014 nog geen enkele verandering op het terrein is te merken. Nog steeds bestaat er 1 exclusieve aanbieder van arbeidskrachten per haven, gecontroleerd door de vakbonden. Het Hof stelt vast dat dit te wijten is aan stakings- en boycotacties en aan het illegaal opleggen van de overname van poolarbeiders aan de bedrijven die uit de pool wensen te stappen. Ten slotte stelt het Hof vast dat de bestaande Spaanse havenbedrijven, die waren gedwongen om met de pool te werken, worden benadeeld tegenover nieuwe marktdeelnemers, die van het sociaal passief van het oude illegale monopolie immers geen nadeel ondervinden. Ook het Spaanse Hooggerechtshof verwijst o.m. naar de rechtszaken betreffende de havenarbeid in België.

De praktische implicaties van de Spaanse uitspraak, welke grotendeels berust op EU-rechtsregels, zijn eveneens verregaand. Het Hof preciseerde immers de vele gevolgen van de illegaliteit van een monopolistisch havenarbeidsstelsel, die zich zelfs kunnen uitstrekken over materies als beroepsopleiding, ploegensamenstelling en beroepscategorieën.

De twee recente uitspraken bevestigen de bevindingen uit de Portius-havenarbeidstudie voor de Europese Commissie uit 2013-2014. Daarin was vastgesteld dat een toenemend aantal Europese landen havenarbeid regelen op basis van het gewone arbeidsrecht, maar ook dat anachronistische en inefficiënte monopolies nog steeds voorkomen. De uitspraken bevestigen ook dat regeringen en sociale partners veelal niet bij machte zijn de havenarbeid te normaliseren, en dat de rechterlijke macht vaak de oplossing moet brengen.

meegedeeld:
Portius is een centrum en netwerk voor de studie van internationaal en Europees havenrecht.
Het is verbonden aan het Maritiem Instituut van de Universiteit Gent.
Contact: Prof. Dr. Eric Van Hooydonk, +32 3 238 67 14, secr@portius.org, www.portius.org.

foto © Georges Janssens