– 13 september 2021 – Roeselare – POM West-Vlaanderen en Multimodaal Vlaanderen –
In de wondermooie locatie van Brouwerij Rodenbach ging de voorstelling door waarbij drie West-Vlaamse bedrijven hun multimodale vooruitgang kwamen voorstellen.
Na een welkomswoord van POM West-Vlaanderen en Multimodaal Vlaanderen kwamen achtereenvolgens de bedrijven Unilin, IMOG, Beaulieu en Haven van Zeebrugge aan het woord. Een hondertal meestal West-Vlaamse geïnteresseerden luisterden aandachtig en achteraf werd nog heel wat tijd besteed aan netwerking, iets wat iedereen zoveel maanden heeft moeten missen.
Lieven Tack, Algemeen Directeur POM West-Vlaanderen, onderschrijft de titel ‘Volle gas vooruit met water en spoor’ door uitbouw aan te kondigen van vier nieuwe logistieke hubs: Roeselare, Diskmuide, Veurne en Waregem. Alhoewel deze initiatieven momenteel nog geen verhoopt resultaat opleveren denkt men naar de toekomst toe dat deze draaischijven volop ten goede zullen komen van de logistiek met modalshift in West-Vlaanderen. Omdat West-Vlaanderen erg is aangewezen op de havens van Antwerpen en Zeebrugge is het noodzakelijk dat de capaciteit van de waterwegen (naar Zeebrugge) en de spoorweginfrastructuur een aanpassing krijgen.
Willy De Decker is expert bij Multimodaal Vlaanderen en ziet goede vooruitzichten met de Cluster Logistiek en de nieuwe mogelijkheden in Logiville dat in oktober 2021 de deuren opent. Niettegenstaande de steeds stijgenden filerecordcijfers (in 2018 925000 uur file) stelt men vast dat tussen 2017 tot 2020 een Vlaamse modal shift heeft plaatsgevonden van 4 miljoen km. In 2021 alleen al bereikt men nu 1,2 miljoen km.
UNILIN
‘Onze laminaat is waterbestendig’ zegt Sammy Casier, Tranport Buyer bij Unilin Division Flooring. Hierbij bedoelt hij dat zij hun producten meer en meer via de waterweg transporteren in plaats van over de weg. Unilin is sinds 2015 deel van het op de NYSE beurs genoteerde Mohawk Industries Inc, wereldwijd het grootste vloerbekledingsbedrijf met productieenheden in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Rusland, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland: omzet 10 miljard $ (2019) en 42000 medewerkers internationaal. Unilin zelf heeft 5200 medewerkers over 20 productiesites wereldwijd met een omzet van 1,7 miljard $ (2019.
Unilin produceert al 60 jaar platen (MDF- en spaanplaten) op basis van resthoutafval. Het houtafval dat niet kan gerecupereerd worden gaat naar de productie van hernieuwbare energie. Voor het transport – de site Wielsbeke ligt naast de River Terminal Wielsbeke (RTW) – gebruiken ze uiteraard zoveel mogelijk de waterweg. Van de 1200 containers jaarlijks op transport gaat er al 40% langs de RTW. Ook heeft voor de lange afstanden momenteel een studie lopende voor transport langs het spoor. Voor Europese verbindingen wordt ook gebruikt gemaakt van Short-Sea.
Als op de RTW Wielsbeke de geplande fumigatie installatie voor containers wordt in gebruik genomen dan zullen ook heel wat dubbele transporten van containers (naar haven van Antwerpen) wegvallen en kan de capaciteit van het watertransport worden opgedreven.
IMOG
IMOG Moen heeft een eigen kade aan het kanaal Kortrijk-Bossuit. Johan Bonnier, Algemeen Directeur IMOG, verdedigt de circulaire economie met modal shift; afvalstromen moet hergebruikt worden als grondstof – we moeten consumeren en niet consuminder. Onze afvalberg stijgt dagelijks en de efficiënte verwerking ervan wordt een prioriteit.
Een voorbeeld reeds is de verwerking van gibsafval dat terug gebruikt wordt voor het vervaardigen van gibs. Op de site in Moen waar men bedrijfsaval inzamelt, wordt ook gibsafval verzameld. Dit wordt dan per binnenschip naar Antwerpen gebracht om aldaar door de bedrijven Gypsum en Gyproc terug in productie wordt genomen voor gerecycleerde gipsplaten. <Klik hier> voor meer hierover.
In zijn inspirerend betoog haalt Johan Bonnier ook aan om voldoende aandacht te hebben voor de transitie naar emissieloos transport; waarschijnlijk moet de CNG brandstof één van de oplossingen. Wat betreft afvalstromen: deze moeten worden samengebracht voor verwerking en transport; we moeten afstappen van de zogezegde ‘melkrondes’ (= 1 afvalstroom per vrachtwagen) en overgaan naar reverse logistics (= samenbrengen afval: ondergrondse containers, recyclageparken, enz.). Dit vraagt een eonomische benadering in het kader van CO2 en klimaat waarbij de problematieken rond bijvoorbeeld kilometerheffing en andere mobiliteitsaspecten eveneens aan bod moeten komen.
We moeten ook rekening houden met Urban Mining; wellicht hebben we nood aan een (Vlaamse) regelgeving om te bepalen wanneer afval grondstof wordt. Ook de inzet van of nabij terminals als reverse logistics hubs; in dit verband oog hebben voor de handling en logistieke aspecten, het milieu, de opslag, de perceptie (industriezone of woongebied), vergunningen en regelgeving…
BEAULIEU
‘Duurzaamheid is een licence to exist’. Met deze woorden besloot Frank Vancoillie, Operations & Plant Manager bij Bezulieu International Group, zijn betoog bij de voorstelling van zijn bedrijf.
Beaulieu is een wereldwijde industriële groep met hoofdzetel in Waregem. Het is een familiebedrijf met 5000 werknemers met klanten in 140 landen. De productie-eenheden liggen in 17 landen en ze produceren polymeren, garens & vezels en vloerbekleding. Hun voornaamste gamma uit Beaulieu Mats (België en Polen) is gefocust op de EU; badmatten, slaapkamermatten, deurmatten, lopers, tapijten, automatten, kunstgras en outdoormatten.
Ze hebben een Beaugreen Project Made in EU opgestart waarbij ze de CO2 emissie met 62.5% willen terugdrijven. Zo zal o.a. ipv een eindproduct een garenaanlevering uit het Verre Oosten gebeuren. Ook wordt er gebruikt gemaakt van biodiesel en wordt er optimaal ingezet op treintransport ipv wegtransport tussen België en Polen.
Als voorbeeld wordt het transport genomen tussen de site in Wielsbeke en de site in Polen Kietrz van 2 vrachtwagens per dag voor een enkele rit van 1269 km; de CO2 emissie bedraag 1,6T per vrachtwagen. De positieve impact van een treintransport resulteert naar CO2 emissie van 0,82T of -49% en een impact op de mobiliteit van 1269 km naar 170 km per rit of -87%. De doelstelling voor 2021/2022 is om op jaarbasis 300 van de 400 transporten om te zetten van wegtransport naar multimodaal transport. In een volgende stap overweegt men ook het inzetten van de waterweg van Wielsbeke naar Antwerpen en dan per trein naar Polen wat de wegkilometers dan zou terugbrengen van 170 km naar 69 km wat dan een impact heeft van -94.5%.
HAVEN VAN ZEEBRUGGE
Samen met de vorige sprekers in een panelgesprek, komt ook nog Johan Abel, Chief Officer Logistics & Sales Port of Zeebrugge, aan het woord. Hij verwijst naar de nieuwe samenwerking die is opgestart met de Haven van Antwerpen. Opdat Zeebrugge haar zeehaven volledig zou kunnen uitbouwen moet er gewerkt worden aan de verbindingen: de spoorinfrastructuur moet worden aangepast (o.a. een rechtstreekse verbinding met Antwerpen) en het probleem bij de beperkingen van de uitbouw voor estuaire vaart (over zee naar de Schelde) is een aandachtspunt. Een andere bottleneck zijn de tarieven die de behandelingsbedrijven hanteren in de haven: om concurrentiëel te blijven moet ook hieraan worden gewerkt.
Anderzijds is Zeebrugge de ideale poort voor West-Vlaanderen naar Europa en de rest van de wereld. Zo kunnen bedrijven gebruik maken van de intermodale routeplanner die op de website van de Haven van Zeebrugge is te vinden.
Lees ook: WESTPOORT LOGISTIEKE HUB 4.0
vlnr. Peter Lagey (VIL), Johan Bonnier (IMOG), Willy De Decker (Multimodaal Vlaanderen), Lieven Tack (POM W-Vl), Frank Vancoillie (Beaulieu), Sammy Casier (Unilin), Johan Abel (Port of Zeebrugge)